Op deze pagina vind je video's van onze motorinstructeur Raymond waarin hij de 12 oefeningen van het AVB motorexamen laat zien en uitlegt. Tijdens de AVB lessen dien je ze alle twaalf te beheersen. Tijdens het motorexamen voertuigbeheersing dien je zeven oefeningen te laten zien. Alle oefeningen tellen even zwaar.
Er zijn totaal vier clusters en uit iedere cluster is één oefening verplicht. Dus vier verplichte oefeningen en daarnaast nog drie oefeningen die de examinator zelf uitkiest. Geen stress als een oefening niet in één keer lukt, want dan mag je deze één keer overdoen. Je bent geslaagd als je van de zeven verschillende oefeningen er vijf succesvol afrond waarvan er uit de clusters twee tot en met vier minimaal één oefening correct uitgevoerd dient te zijn zodat je aan de examinator kan laten zien dat je de motor goed beheerst bij hoge en bij lage snelheden.
Een oefening is voldoende wanneer de uitvoering correct is, je de motor op de juiste manier bestuurt en bedient en je de motor goed in balans kunt houden.
Cluster 1
1. Achteruit parkeren (verplichte oefening)
In deze verplichte oefening loop je aan de rechterkant van de rijbaan met de motor aan de hand voorbij een denkbeeldig parkeervak. Daarna parkeer je de motor met een bocht achteruit in het denkbeeldige parkeervak en zet je de motor op de standaard. Vervolgens haal je de motor weer van de standaard en loop je naar rechts het parkeervak uit.
Cluster 2 : langzame oefeningen
2. Langzame slalom (verplichte oefening)
De verplichte oefening in het tweede cluster is de langzame slalom. Er geldt geen richtlijn voor de snelheid. Gezien de geringe afstand tussen de pylonen ligt een stapvoets tempo voor de hand. Het gebruik van een slippende koppeling is bij deze oefening verplicht. Het is belangrijk dat er een goede combinatie is van de juiste bediening, langzaam rijden balans behouden zonder de pylonen raakt.
3. Wegrijden uit parkeervak
Bij deze oefening rijd je vanuit stilstand uit een parkeervak weg. Je maakt een haakse bocht en rijdt enkele meters rechtuit. De rijbaanbreedte is drie meter. Het is belangrijk dat je bij deze oefening gecontroleerd een scherpe bocht weet te maken, direct na het wegrijden. De examinator geeft een aanwijzing in welke richting je moet wegrijden.
4. Denkbeeldige acht
Bij deze oefening uit cluster 2 laat je zien dat je een (denkbeeldige) acht kunt rijden in een rechthoekig kader en dat je de motor kunt en durft af te schuinen. Je rijdt met trekkende motor en houdt daarbij een gelijkmatige snelheid aan. Je mag naast je voetrem eventueel ook een slippende koppeling gebruiken.
5. Stapvoets rechtdoor rijden
Het is de bedoeling dat je bij deze oefening (zoveel mogelijk in een rechte lijn) naast de examinator blijft rijden over een afstand van twintig meter. Er wordt gelet op je balans, de juiste bediening van de motor en ook je snelheid. Tijdens de oefening houdt je de motor licht trekkend en je maakt gebruik van een slippende koppeling. Je mag je voetrem ook gebruiken, maar je voeten dienen tijdens het rijden op de voetsteunen te blijven staan. Voor het aangegeven richtpunt kom je tot stilstand. Het gebruik van de voor rem is daarbij toegestaan.
6. Halve draai (links- of rechtsom)
De halve draai is geen verplichte oefening voor je examen maar kan een keuzeoefening van de examinator zijn. Bij deze oefening is het de bedoeling dat je met een licht trekkende motor en gelijkblijvende snelheid op een denkbeeldige rijbaan rijdt en na de tweede pylon in één vloeiende beweging een halve draai naar links of rechts maakt. Je blijft hierbij binnen de aangegeven pylonen. Na de halve draai rijdt je terug naar het begin. Het gebruik van de voetrem en een slippende koppeling is toegestaan.
Cluster 3: snelle oefeningen
7. Uitwijkoefening
De uitwijkoefening is ook weer een verplichte oefening. Je komt hierbij met vijftig kilometer per uur aanrijden. Na het poortje met twee pylonen draai je het gas dicht waarna je vervolgens een obstakel van pylonen linksom moet zien te ontwijken. Na het uitwijken draai je weer terug naar je eigen (denkbeeldige) weghelft en rijdt je rechts langs de pylon. Bij deze oefening is het belangrijk dat je toont de motor goed onder controle te hebben.
video volgt
8. Snelle slalom
De snelle slalom is de tweede oefening uit cluster 3. Bij de snelle slalom staan er zijn zes pionnen opgesteld, met tussen iedere pion een afstand van 8 meter. Je komt bij deze oefening recht op de eerste pylon aanrijden met een snelheid van zeker 60 km per uur met een licht trekkende motor. Vervolgens stuur je vanuit je heupen de motor soepel en met gelijkblijvende snelheid om de pylonen heen waarbij je toont dat je de motor goed durft af te schuinen.
9. Vertragingsoefening
Bij deze oefening is het de bedoeling dat je laat zien dat je goed kunt versnellen en vertragen over een relatief korte afstand. Je moet hierbij vanuit stilstand snel optrekken tot een snelheid van 50 km per uur waarbij je zorgt dat je in de derde versnelling rijdt. Bij het tweede poortje van pylonen rem je flink af tot een snelheid van 30 km per uur en schakel je terug naar de tweede versnelling. Je dient ervoor te zorgen dat je volledig klaar bent voordat je de slalom in gaat zetten en hierbij de rem en koppeling hebt losgelaten en met een licht trekkende motor aan de slalom begint. Durf hierbij te laten zien dat je de motor goed kunt afschuinen.
Cluster 4: remoefeningen
10. Noodstop (verplichte oefening)
Dit is een verplichte oefening van het AVB examen. Bij deze oefening kom je ook weer aanrijden met 50 km per uur. Zo gauw je voorwiel het poortje passeert draai je direct het gas dicht, knijp je de koppeling in en rem je zo hard mogelijk zodat je zo snel mogelijk volledig tot stilstand komt. Je hoeft hierbij niet terug te schakelen.
video volgt
11. Precisiestop
Bij deze remoefening is het de bedoeling dat je voorbij het eerste poortje 17 meter verderop stil komt te staan. Je komt aanrijden met een snelheid van 50 km per uur en begint met remmen zo gauw je het eerste poortje voorbij rijdt. Je remt hierbij gelijkmatig met allebei de remmen en schakelt, vlak voordat je stil komt te staan bij het tweede poortje, terug naar de 1e versnelling.
video volgt
12. Stopproef
De laatste oefening is de stopproef. Ook bij deze oefening kom je, net als bij de andere remoefeningen, aan rijden met 50 km per uur. Bij het eerste poortje draai je direct het gas dicht, knijp je de koppeling in en rem je flink met beide remmen. Voordat je tot stilstand komt schakel je terug naar de 1e versnelling. Je laat hierbij zien dat je met een relatief korte remweg technisch de motor goed bedient en beheerst tot stilstand kunt komen.
video volgt
Meer weten over Video's oefeningen voertuigbeheersing?